Is het écht zo dat passieve huizen helemaal geen verwarming nodig hebben?

Een passiefhuis heeft een jaarlijkse energievraag van 15 kWh/m² of minder voor ruimteverwarming en -koeling. Dit stemt overeen met 1,5 m³ gas of 1,5 liter stookolie per m² vloeroppervlakte. Bij een standaard-nieuwbouw die vandaag gezet wordt is dat 8 keer zoveel. De maximale warmtevraag bedraagt zelfs in extreme omstandigheden amper 10 W/m².

Een passiefhuis, gebouwd met een goede luchtdichte buitenschil, wordt standaard uitgerust met een zeer efficiënte mechanische ventilatie met warmterecuperatie. Zo bekomt u een optimale luchtkwaliteit in de woning, zonder dat er te grote warmteverliezen optreden. Dat betekent dat er goed geventileerd wordt, maar de warmte die normaal her en der door openingen in de buitenschil van het gebouw naar buiten gaat, gerecupereerd wordt om de verse binnenstromende lucht op te warmen. Dat betekent meteen ook dat er minder energie verspild wordt (er gaat minder warme lucht naar buiten) en meer comfort ontstaat (er komt minder koude lucht binnen en dus geen problemen met koude tocht).

Tijdens het grootste deel van het jaar zorgen deze keuzes ervoor dat de woning op kamertemperatuur blijft zonder een verwarmingssysteem te gebruiken. Bij de meest extreme buitencondities is er echter wél een actieve verwarmingsbron nodig. Die is echter zeer klein.

Hoe kan de luchtdichtheid van een gebouw worden gemeten?

De mate van luchtdichtheid van het gebouw, of m.a.w. de kwantitatieve beoordeling van de luchtdichtheidsgraad, wordt bepaald aan de hand van een pressurisatieproef.

Daarbij is de opzet relatief eenvoudig: in eerste instantie wordt tussen de binnen- en buitenomgeving een drukverschil gecreëerd, waarna dan vervolgens de hoeveelheid weglekkende lucht wordt gemeten. Voor het opbouwen van dit drukverschil wordt in de praktijk meestal gebruik gemaakt van een zogenaamde “blower-door”. Zoals de benaming van het toestel zelf aangeeft, wordt bij deze proef in een deur- of raamopening een ventilator geplaatst die het gebouw in onder- of overdruk plaatst. De ventilator met regelbare snelheid is ingebouwd in een aan de specifieke ruwbouwmaten aanpasbaar frame.

Door middel van een regressie-berekening van het gemeten drukverschil over de gebouwschil en het luchtdebiet wordt dan het luchtdebiet voor een genormaliseerd drukverschil van 50Pa bepaald. De verhouding van het benodigde luchtdebiet om dit drukverschil te kunnen opbouwen tot het eigenlijke binnenvolume van het gebouw, geeft dan het ventilievoud : de n50-waarde.

Wat zijn de voordelen van hout in de bouw?

1. Een gewone boom slaat via fotosynthese gemiddeld ongeveer 1 ton CO2 op voor elke m³ hout die wordt geproduceerd. 

2. In Europa is het bosareaal in 15 jaar tijd, tussen 1990 en 2005, gegroeid met een oppervlakte die even groot is als Griekenland. Deze groei zet zich voort aan een ritme van 661 000 hectare per jaar. Dit komt ongeveer overeenmet drie voetbalvelden per uur. 

3. In Europa zorgt de opslag van koolstof door middel van houtproducten ervoor dat meer dan 220 miljoen ton koolstofdioxide niet in de atmosfeer terecht komt Dit getal stijgt trouwens met ongeveer 20 miljoen ton per jaar omdat het aantal producten vervaardigd uit hout stijgt. 

4. Elke m³ hout dat ter vervanging van andere bouwmaterialen wordt gebruikt, doet de CO2-uitstoot in de atmosfeer gemiddeld met 1,1 ton dalen.

Bron: https://immo.vlan.be/nl/Nieuws/17745/Twee-veelgestelde-vragen-over-passiefhuizen?utm_source=dbimmovlan&utm_medium=email&utm_campaign=20180216_immovlanweekly_nl&utm_content=article_3